Hoofdstuk 4 De zorg voor kinderen
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen
Onze school staat open voor alle leerlingen (en hun ouders/verzorgers) die de uitgangspunten van onze school kunnen onderschrijven of respecteren en waarvan is vastgesteld dat de leerling met succes het onderwijs kan volgen (verderop in dit hoofdstuk worden de criteria hiervoor beschreven).
Bij de aanmelding wordt altijd verteld dat wij een Protestants Christelijke school zijn; we beginnen de dag met een verhaal uit de Bijbel of een liedje. Alle kinderen zijn verplicht deel te nemen aan gymnastiek, andere schoolactiviteiten, uitstapjes maar ook aan schoolreisjes en schoolkamp. Indien de kosten voor de schoolreis of het schoolkamp een probleem vormen dan kunt u hierover in gesprek met onze brugfunctionaris of de directeur om hier een oplossing voor te vinden. Wij gaan ervan uit dat alle kinderen met alle activiteiten meedoen. Op de site van de onderwijsinspectie leest u meer over deze verplichting.
Aanmelden PO
Vanaf 1 oktober 2018 is de manier veranderd waarop u uw kind kunt aanmelden op onze school. De nieuwe wijze van aanmelden geldt voor kinderen die zijn geboren op of na 1 oktober 2015. Is uw kind geboren vóór 1 oktober 2015? Dan kunt u contact met ons opnemen om te bekijken op of we nog plaats hebben in de leeftijdsgroep van uw kind. De nieuwe aanmeldprocedure geldt voor kinderen tot 4 jaar. Is uw kind 4 jaar of ouder en wilt u uw kind aanmelden op onze school, lees dan verder in de paragraaf “Tussentijdse instroom in groep 2 tot en met 8” in deze schoolgids.
Kennismaken en oriënteren
Wanneer u geïnteresseerd bent in onze school dan kunt u een gesprek en een rondleiding aanvragen. Hiermee willen we u een beeld geven van wat we belangrijk vinden op onze school, wat we willen bereiken met onze leerlingen, de manier waarop we lesgeven en hoe we kinderen helpen in hun ontwikkeling. U kunt hiervoor contact opnemen met de directeur of de administratie voor het maken van een afspraak.
Aanmelden
Het aanmeldformulier voor de basisschool krijgt u ongeveer 2 maanden voordat uw kind 3 jaar wordt thuisgestuurd vanuit de gemeente Den Haag. Met het aanmeldformulier kunt u zich aanmelden op onze school, nadat uw kind 3 jaar is geworden. Aanmelden vóór de leeftijd van 3 jaar is niet mogelijk. Woont u niet in Den Haag, maar kiest u voor onze school? Het aanmeldformulier kunt u downloaden op www.scholenwijzer.denhaag.nl.
Op onze school is meestal voldoende plaats beschikbaar voor de kinderen die zich aanmelden. Als u uw kind wilt aanmelden, maak dan een afspraak met de directeur van de school, mw. D. Scheffer.
Wanneer u na de rondleiding en kennismaking interesse heeft om uw kind op Prinsehaghe aan te melden, ontvangt u het interesseformulier. Hierna hebben we als school 4 tot 6 weken de tijd om te onderzoeken of we aan de onderwijsbehoefte van uw kind kunnen voldoen. Soms kunnen wij de benodigde ondersteuning niet geven. Wij helpen u dan met het vinden van een school die dit wel kan. Meer over dit onderwerp leest u in het SCOH protocol toelaten en verwijderen.
Inschrijven
Als u de inschrijving op onze school ondertekent, dan weet u dat uw kind het volgend schooljaar een plekje heeft op onze school.
Starten in groep 1
Voordat uw kind zijn of haar 4e verjaardag viert, mag het komen ’wennen’; dit zijn de zgn. wendagen. Er worden een aantal wendagen gepland. In de maanden december en juli kunnen kinderen niet starten in verband met de drukte in deze maanden. Wanneer uw kind 4 jaar is geworden, dan mag het starten in de eerste groep van de basisschool.
Het komt nogal eens voor dat 4-jarige kinderen thuis nog niet geleerd hebben om zich aan te kleden wanneer ze naar de wc geweest zijn, nog niet zelfstandig hun boterham kunnen opeten of hun jas aan kunnen doen. Het is heel belangrijk, dat de kinderen dit soort dingen wel kunnen wanneer ze op school komen. Wanneer uw kind bij ons op school komt dan moet het volledig zindelijk zijn. Is dit niet het geval dan kan uw kind helaas nog niet naar school.
Tussentijds instroom in groep 2 t/m 8
Wanneer ‘oudere’ kinderen aangemeld worden, wordt in alle gevallen contact opgenomen met de school van herkomst en geïnformeerd naar de reden van vertrek. Met de scholen in de nabije omgeving hebben wij goed contact en we overleggen met elkaar wanneer een kind zich van een school in de buurt aanmeldt. Wanneer u het interesseformulier heeft ingevuld, welke u na de kennismaking en rondleiding ontvangt, hebben we als school 4 tot 6 weken de tijd om te onderzoeken of we aan de onderwijsbehoefte van uw kind kunnen voldoen. Per individuele aanmelding wordt bekeken of de aangemelde leerling kan worden toegelaten. De beslissing wordt genomen door de directie.
Criteria die bij de toelating voor alle groepen een rol kunnen spelen zijn de volgende:
- Groepsgrootte;
- Deskundigheid personeel;
- Ouders geven geen toestemming om informatie te mogen inwinnen;
- De eventuele school van herkomst geeft aan dat er rapporten aanwezig zijn over de leerling die ze niet mogen overdragen;
- De school kan de gevraagde zorg niet bieden (zie het schoolondersteuningsprofiel in de schoolgids);
- Beschikbaarheid personeel (bijvoorbeeld een tekort of een hoog ziekteverzuim);
- Samenstelling van de groep (er zit al een aantal leerlingen met speciale hulpvragen);
- Er dreigt een ernstige verstoring van orde en rust;
- Het kind spreekt geen Nederlands. In dit geval wordt het verwezen naar een zgn. ‘neveninstroomgroep’ op een andere school. Deze afspraak is in overeenstemming met het beleid van de Gemeente Den Haag. Wij hebben een sterke en prettige samenwerking met nieuwkomersschool De Meester Schabergschool, welke op 5 minuten loopafstand van Prinsehaghe is gesitueerd.
- Gevergde aanpassing in de organisatie, de begeleiding en het onderwijs van de school zijn in redelijkheid niet te vragen, omdat er te weinig middelen beschikbaar zijn. Bovenstaande criteria kunnen ieder apart, maar ook in onderlinge samenhang worden gewogen.
Argumenten die leiden tot het niet toelaten van de leerling zullen mondeling dan wel schriftelijk en met redenen omkleed aan de aanmeldende ouders/verzorgers worden bekend gemaakt. In het geval we uw kind niet kunnen toelaten en uw kind niet is ingeschreven op een andere school, dan hebben we de opdracht om samen met u een andere school te vinden waar uw kind wel toelaatbaar is. Meer over dit onderwerp leest u in het SCOH protocol toelaten en verwijderen.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van onze leerlingen
Iedere leerling is uniek en verschillend in zijn eigen mogelijkheden, zijn eigen achtergrond, zijn eigen geschiedenis en zijn eigen ontwikkelingsniveau. Als de leerling op school komt, wordt aan de hand van informatie van de ouder(s)/verzorger(s) en dossierinformatie de geschiedenis, achtergrond, mogelijkheden, het niveau en de voortgang in ontwikkeling in kaart gebracht. Voor wat betreft de leervakken wordt voor iedere leerling vastgesteld op welk niveau hij zit, op welke wijze hij het beste kan leren en op welke wijze het kind begeleid kan worden bij eventuele leerproblemen of een ontwikkelingsvoorsprong. Op grond van een onderzoek wordt daarna, indien nodig, een begeleidingsprogramma geschreven voor begeleiding in de groep door de groepsleerkracht of buiten de groep.
Om ervoor te zorgen dat ieder kind die zorg krijgt, die het nodig heeft, vinden er structureel leerling-besprekingen plaats. De interne begeleider bespreekt dan met de leerkracht en eventuele andere teamleden, die het kind begeleiden, hoe de ontwikkeling van het kind verloopt en welke vervolgafspraken ten aanzien van de begeleiding gemaakt moeten worden. Deze afspraken worden vastgelegd in ons administratiesysteem.
De interne begeleider is verantwoordelijk voor de goede coördinatie en afstemming van de hulp. De ontwikkeling van onze leerlingen wordt gevolgd met behulp van verschillende leerlingvolgsystemen. Voor de peutergroepen gebruiken wij het observatiesysteem Kijk! Daarmee kunnen wij monitoren of bij elk kind de gehele ontwikkeling op een goede manier verloopt. Voor het volgen van de leerlingen van de groepen 1 t/m 8, op cognitief, sociaal emotioneel en executief gebied, gebruiken we het leerlingvolgsysteem van IEP. IEP staat voor Inzicht in het Eigen Profiel.
Op de site van IEP staat te lezen:
Een kind is meer dan rekenen en taal, ook zijn sociaal-emotionele ontwikkeling, leeraanpak en creatief vermogen maken hem tot wie hij is. Een compleet kind is hoofd, hart én handen. Een volgsysteem moet daar rekening mee houden. Niet door een kind af te rekenen op wat het niet kan, maar door inzicht te geven in waar een kind nu staat en aan te geven hoe het zich verder kan ontwikkelen om te worden wie het is. Door betekenisvol toetsen brengt het IEP leerlingvolgsysteem de ontwikkeling én de talenten van het complete kind in kaart. Een uitkomst waarmee de leerkracht samen met de leerling inzicht krijgt in de volgende ontwikkelingsstap en we het eigenaarschap van de leerling bij zijn eigen ontwikkeling vergroten.
De manier waarop IEP kijkt naar de ontwikkeling van kinderen past bij onze visie en onze kijk op onderwijs. Daarom, en mede vanwege de positieve ervaringen met de IEP Eindtoets hebben we gekozen voor het IEP-LVS. Daarnaast worden voor de verschillende vakken de methodetoetsen afgenomen. Al deze gegevens worden bewaard in ons (beveiligde) administratiesysteem Parnassys. Op deze wijze krijgen de leerkrachten een compleet beeld van de ontwikkeling van uw kind.
Dossiers en rapportages
Het leerling dossier is een (digitaal) dossier dat de school moet bijhouden over uw kind. Teamleden kunnen gebruik maken van dit dossier om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op het onderwijs. In dit dossier staan onder andere de toets- en rapportgegevens. Maar ook de uitslagen van speciale onderzoeken, een verslag van vergaderingen over uw kind of van gesprekken met u. Als de school speciale afspraken met u maakt of plannen heeft voor extra hulp, dan staat dit ook in het dossier. Ook zit er soms informatie in over de sociale en emotionele ontwikkeling van uw kind, de werkhouding of de taakaanpak. Deze informatie wordt dan vaak door de leraren op papier gezet en in het dossier gestopt. In het leerlingdossier staat belangrijke, vertrouwelijke informatie. Daarom worden leerlingdossiers altijd veilig bewaard. Als ouder mag u het dossier van uw kind altijd inzien. U moet hiervoor een afspraak maken met de directeur van de school. Onjuiste gegevens kunnen worden gecorrigeerd. Beide ouders hebben (ook na een scheiding) recht op het inzien van het dossier of informatie over de ontwikkeling van hun kind, tenzij er een andere gerechtelijke uitspraak ligt. Een en ander is geregeld via het SCOH/SPCP Privacyreglement.
Als de school het dossier van uw kind aan anderen wil laten zien, mag dit alleen als u hiervoor toestemming geeft. In enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het dossier aan anderen te geven, bijvoorbeeld als uw kind naar een andere school gaat. Ook de Inspectie van het Onderwijs mag het leerlingdossier opvragen zonder uw toestemming. Scholen voor basisonderwijs zijn verplicht een leerlingdossier bij te houden. De school moet het dossier bewaren tot uw kind minstens twee jaar van school is. Sommige gegevens (bijvoorbeeld over verzuimgedrag) moet de school vijf jaar bewaren.
Overdracht naar de volgende school
Meestal verlaat uw kind onze school aan het einde van groep 8, maar ook een verhuizing of andere reden kan reden voor vertrek van onze school zijn. In het belang van uw kind vragen wij u om de directeur en de groepsleerkracht tijdig van het a.s. vertrek op de hoogte te stellen. De school kan dan de uitschrijving goed administratief verwerken en de informatie over de ontwikkeling van uw kind aan de nieuwe school overdragen.
De nieuwe school beschikt dan direct over de benodigde informatie en kan direct met uw kind aan de slag. Als ouder kunt u desgewenst een uitdraai van deze gegevens ontvangen. Het origineel sturen wij naar de directie of intern begeleider van de nieuwe school. De leerlingen van groep 8 worden aan het einde van het schooljaar besproken door de leerkracht van de basisschool en de betrokkenen in het voortgezet onderwijs. De informatie over deze leerlingen wordt aan het voortgezet onderwijs overgedragen via het OSO.
4.3 Passend en inclusief onderwijs binnen Handelingsgericht Werken
Alle scholen in Nederland hebben zorgplicht. Vaak is dat op een reguliere basisschool naar keuze van ouders. Op school wordt cyclisch gekeken of datgene dat gepland is dat kinderen leren, ze dat ook daadwerkelijk leren. Dat gaat volgens de zogenaamde Handelingsgericht werken cyclus: de HGW cyclus.
In sommige situaties is de school handelingsverlegen en wordt er in samenspraak met ouders en het samenwerkingsverband SPPOH gezocht naar passender ondersteuning. Zo veel mogelijk wordt dat gezocht op de basisschool. Als de ondersteuningsvraag van het kind groter is dan de school kan bieden is het op een andere school.
In dit deel van de schoolgids leggen we uit hoe onze school op dit moment vanuit de cyclus handelingsgericht werken, zorgt voor steeds inclusiever onderwijs.
Mocht u na het lezen van dit hoofdstuk nog vragen hebben over inclusief onderwijs, stel ze dan gerust aan de leerkracht of aan de intern begeleider.
Over handelingsgericht werken (HGW)
Op school volgen we de cyclus van HGW (zie afbeelding 1). Dit is een vaste en doordachte manier van werken die helpt om alle kinderen te ondersteunen in hun ontwikkeling.
Er wordt niet alleen gelet op wat er moeilijk gaat, maar juist ook op wat er goed gaat. Zo krijgt elk kind passend onderwijs.

Hieronder staat aangegeven wat welke fase in de afbeelding van Handelingsgericht werken inhoudt.
Waarnemen: In deze fase kijkt de school hoe een leerling zich ontwikkelt op zowel de vakinhouden als op sociaal gebied. Dit gebeurt aan de hand van het dagelijkse werk in de groep, de toetsen (zowel van de vakgebieden als de IEP-toetsen) en observaties tijdens lessen en/of buiten de lessen.
Begrijpen: In deze fase legt de school de verzamelde informatie bij elkaar en wordt er gekeken of we nog steeds op de goede weg zijn met het kind en de groep (sluit het aanbod nog steeds voldoende aan bij de onderwijsbehoeften) of moet er voor het kind of een groep(je) wat anders ingezet worden om aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften. Dit alles wordt samengevat in een groepsoverzicht.
Plannen: Alle in de vorige fases verkregen en samengevatte informatie wordt nu gebruikt om de komende periode van onderwijs te plannen: wat gebeurt er in de groep, aan welke doelen gaat er gewerkt worden en welke leerlingen krijgen bovenop de gewone aanpak in de groep (Aanpak 1) nog extra uitleg in of buiten de groep (Aanpak 2 en 3).
Realiseren: Na het plannen van de komende periode worden de plannen uitgevoerd.
Deze cyclische manier van werken gebruiken we op alle niveaus binnen de school en bij het inschakelen van extra hulp of onderzoek. Het helpt ons om de juiste keuzes te maken en passende ondersteuning te bieden. In alle fases van de cyclus is het belangrijk dat ouders en school samen optrekken. Dit omdat een goede, positieve wisselwerking tussen school, thuis en eventuele andere betrokken professionals een sterke bijdrage levert aan de ontwikkeling van een kind.
Over inclusief onderwijs
Inclusief onderwijs = basisondersteuning + extra ondersteuning (zie afbeelding 2)
De landelijke overheid streeft ernaar dat in 2035 alle scholen inclusief onderwijs bieden. Binnen inclusief onderwijs wordt er rekening mee gehouden dat er kinderen zullen zijn die extra ondersteuning en aandacht nodig hebben. In de komende jaren versterken we de school daarom met expertise vanuit gespecialiseerd onderwijs, jeugdhulp, zorg en andere partners in de wijk. Zo zullen steeds meer leerlingen op de reguliere school hulp en ondersteuning krijgen zoals in het speciaal (basis) onderwijs, alleen dan op een school in de buurt. Kinderen leren zo beter, hebben meer oog voor diversiteit, minder reistijd en meer sociale contacten.
Onze school maakt ook de beweging naar inclusief onderwijs. De mate waarin wij de extra ondersteuning kunnen bieden is en blijft in ontwikkeling.
In de hierboven beschreven HGW-cyclus is bij de fase van Planning sprake van Aanpak 1, Aanpak 2 en Aanpak 3. Aanpak 1 t/m 3 valt binnen de basisondersteuning van de school. Deze aanpakken corresponderen met de niveau-aanduiding in afbeelding 2 hieronder:
Aanpak 1 = Niveau 1
Aanpak 2 = Niveau 2
Aanpak 3 = Niveau 3
We starten altijd met wat een kind nodig heeft binnen de klas. Als dat niet voldoende blijkt, zal er in overleg met de intern begeleider ondersteuning geboden worden op niveau 2 of 3. Waarbij het belangrijk is te weten dat de ondersteuning altijd bovenop de ondersteuning van het niveau eronder komt: het wordt gestapeld.
Ondersteuning die valt in niveau 4 en niveau 5 past niet meer in onze basisondersteuning en zal óf door externe expertise bij ons op school gegeven worden óf uw kind kan passender ondersteuning krijgen op een andere school, bijvoorbeeld voor speciaal (basis)onderwijs.

De basisondersteuning uitgelegd
Niveau 1 – Preventief
Dit is de basis die alle kinderen op school krijgen. De meeste kinderen ontwikkelen zich goed op dit niveau.
Het betekent dat we zorgen voor goed onderwijs in de klas:
- Een rijk en doordacht lesaanbod, al vanaf de jongste groepen;
- Leren met plezier en betekenis;
- Rust, structuur en veiligheid: een goede sfeer in de school en in de klassen;
- Betrokken en deskundige leraren;
- Zicht op ieder kind om zo nodig bij te sturen;
- Taalvriendelijke school waarin we door rekening te houden met de thuistaal de Nederlandse taal helpen ontwikkelen.
Niveau 2 – Extra aandacht binnen de klas (curatief)
Soms heeft een kind iets meer ondersteuning nodig dan het basisaanbod biedt. Dit gebeurt in de klas door de leerkracht of een collega.
Bijvoorbeeld:
- Extra uitleg
- Meer herhaling van de lesstof
- Een ander soort instructie of extra oefening
Om een idee te geven waarover het dan kan gaan, ziet u hieronder een aantal voorbeelden
| Wat zien we bij het kind? | Wat kunnen we doen? | |
| Taal | Moeite met taalopdrachten en/of begrijpend lezen | Extra teksten en/of woordenschat |
| Lezen | Lezen gaat langzaam of met veel fouten | Extra oefenen en/of ander oefenprogramma |
| Spelling | Kan de spellingsregels slecht toepassen/onthouden | Extra uitleg en oefenen |
| Rekenen | Moeite met sommen of juist meer uitdaging nodig | Andere aanpak / extra oefenen |
| Gedrag, taakaanpak | Snel afgeleid, moeite met concentreren, plannen of omgaan met regels en afspraken | Extra structuur, rustiger werkplek |
| Meer- en hoogbegaafd | Heeft baat bij meer uitdaging in het leren | Compacten van de lesstof en uitdagendere activiteiten |
| Financiële problemen thuis | In geval van financiële problemen die het kind beperken om mee te kunnen doen met schoolse activiteiten, kunnen wij ouders ondersteunen in het vinden van middelen om het kind wel mee te laten doen. | |
Niveau 3 – Verdere intensivering, extra begeleiding (curatief)
Op niveau 3 krijgt een kind intensievere begeleiding. Dit kan gaan om leerproblemen (zoals rekenen of taal), een ontwikkelingsvoorsprong, gedrags- of sociaal-emotionele uitdagingen, of fysieke beperkingen.
De begeleiding vindt meestal plaats in kleine groepjes, soms buiten de klas, en wordt gegeven door de leerkracht of een onderwijsassistent. We werken daarbij doelgericht en op maat, zodat elk kind de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen. In sommige gevallen vraagt de school dan advies aan een externe instantie om te overleggen welke aanpak het best zal zijn.
Te denken valt dan aan externe instanties zoals:
- Logopedist, fysiotherapeut, ergotherapeut
- Leerplichtambtenaar, jeugdarts of –verpleegkundige van het CJG
- Betrekken van ondersteuning voor kind en gezin zoals RondomJou of Kracht
- Organistaties die observeren en eventueel onderzoek uitvoeren op ontwikkelingsmogelijkheden
De school zoekt samen met ouders en adviseurs naar de beste aanpak. Om een idee te geven waarover het dan kan gaan, ziet u hieronder een aantal voorbeelden.
| Wat zien we bij het kind? | Wat kunnen we doen? | |
| Taal | Moeite met taal, spreken, luisteren | Extra uitleg en herhaling. Gebruik van picto’s. Taal geven aan handelingen. |
| Lezen/spelling | Lezen en/of spelling gaat langzaam of met veel fouten | Ondersteuning volgens het dyslexieprotocol |
| Rekenen | Aanhoudende moeite met sommen, inzicht of automatiseren | Inzet passende hulpmiddelen |
| Gedrag, taakaanpak | Snel afgeleid, moeite met concentreren, plannen of omgaan met regels en afspraken | Extra structuur, rustiger werkplek |
| Meer- en hoogbegaafd | Heeft baat bij meer uitdaging in het leren | Compacten van de lesstof en uitdagendere activiteiten |
| Moeilijk lerende kinderen | Laag tempo, moeite om leerstof te begrijpen | Individuele (extra) uitleg, veel herhaling, aangepast programma |
| Sociale ontwikkeling | Onzeker, moeite met gevoelens uiten, moeite met samen spelen en werken | Gesprekken met SMW, of begeleiding door een kindercoach |
| Gedrag | Impulsief, botsingen met anderen, werkhoudingsproblemen | Rots & Watertraining, beloningssysteem, specifieke begrenzing |
De extra ondersteuning uitgelegd
Niveau 4 – Intensieve, individuele ondersteuning, met inzet van externe expertise
Soms is extra begeleiding binnen de school (niveau 3) niet voldoende om een kind verder te helpen. In dat geval is intensieve, individuele ondersteuning nodig (niveau 4).
De school schakelt dan hulp in van buiten de klas of van buiten het schoolteam. Dit gebeurt meestal in overleg met het samenwerkingsverband SPPOH. Het samenwerkingsverband ondersteunt scholen bij het vinden van passende hulp binnen een onderwijssetting.
Wat houdt dit in?
- Er wordt gekeken wat het kind, de leerkracht en de rest van de groep, nodig hebben.
- De ondersteuning vindt meestal één-op-één plaats, en blijft waar mogelijk op de eigen school.
Wie kunnen hierbij betrokken worden?
- Behandelaren bij dyslexie of dyscalculie
- Speciale onderwijsinstellingen zoals Kentalis (taal/spraak)
- Organisaties die psychologisch of didactisch onderzoek doen (zoals IQ-onderzoek)
- Experts vanuit het speciaal (basis) onderwijs of andere zorgpartners
Zo zorgen we er voor dat ieder kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen.
Om een idee te geven waarover het dan kan gaan, ziet u hieronder een aantal voorbeelden.
| Wat zien we bij het kind? | Wat kunnen we doen? | |
| (Vermoeden van) TOS | Beperkte taalontwikkeling, moeite met praten of taal begrijpen | Begeleiding door een taalexpert (bijv. vanuit Kentalis) |
| Lezen / Dyslexie | Lezen gaat traag of met veel fouten, spelling blijft lastig ondanks extra oefening | Ambulante begeleiding dyslexiezorg |
| Rekenen / Dyscalculie | Blijvende ernstige rekenproblemen, ondanks eerdere extra hulp | Aangepast lesprogramma
Onderzoek naar dyscalculie en waar nodig ambulante begeleiding |
| Gedrag / Werkhouding / Taakaanpak | Snel afgeleid, moeite met plannen, concentratie, externaliserend gedrag | Begeleiding door gedragsspecialist uit het speciaal onderwijs |
| Moeilijk lerende kinderen | Traag leerproces, moeite met abstracte leerstof | Aangepast lesprogramma
Waar nodig ambulante begeleiding |
| Fysieke beperkingen | Slecht horen of zien, motorische beperkingen | Overleg met specialisten (zoals ambulant begeleider)
Fysieke aanpassingen in de klas |
| Sociaal-emotionele ontwikkeling | Angstig, teruggetrokken of snel overprikkeld | Rustmomenten op maat
gedragsspecialist uit het speciaal onderwijs |
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
Wanneer een leerling intensieve, individuele ondersteuning nodig heeft op school (niveau 4), stelt de school een Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op. Dit plan beschrijft de doelen voor het kind en welke ondersteuning nodig is om die te bereiken.
- In het OPP wordt vastgelegd wie er betrokken zijn, welke doelen er nagestreefd worden, hoe en hoe vaak daaraan gewerkt wordt en door wie. Zo weet iedereen wat er verwacht wordt en werken we als team aan de ontwikkeling van het kind.
- De afspraken in het OPP verschillen per leerling. Het plan helpt om de begeleiding goed af te stemmen op wat het specifieke kind nodig heeft.
Hoorrecht bij het OPP
Onder het hoorrecht wordt verstaan dat de school met de ouders en het kind in gesprek gaat over het ontwikkelingsperspectief. De school schrijft in het ontwikkelingsperspectief op hoe het kind naar de eigen ontwikkeling kijkt en wat de school met de inbreng heeft gedaan. De school stelt het ontwikkelingsperspectief pas vast (of stelt het bij) als het met de ouders en het kind leerling heeft gepraat en de ouders hebben ingestemd met het handelingsdeel. In het handelingsdeel staat omschreven wie wat gaat doen van het plan.
Niveau 5 – Plaatsing op een andere plek (zoals speciaal (basis) onderwijs)
Ondanks alle mogelijkheden die er zijn op niveau 1 t/m 4, kan het zijn dat de school, samen met in- en externe partners, niet de ondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft. De school is dan handelingsverlegen. In die situaties overleggen ouders, school en samenwerkingsverband SPPOH welke andere school passender is voor het kind.
Dat kan een andere reguliere basisschool zijn in de wijk of een gespecialiseerdere vorm van onderwijs zoals speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO).
Voor algemene uitleg over passend en inclusief onderwijs en de rol van het samenwerkingsverband daarbij verwijzen we naar de website van het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Haaglanden.
De mening van de leerlingen t.a.v. het ondersteuningsaanbod
De school vraagt jaarlijks alle leerlingen naar hun mening over het ondersteuningsaanbod. De mening van de leerlingen delen we met u in deze schoolgids. Daar waar nodig, passen we onze ondersteuning aan.
In het schooljaar 2024-2025 is er een uitvraag gedaan onder alle leerlingen van de school.
Dit hebben we gedaan middels een schriftelijke enquête die we door de kinderen van groep 4 t/m 8 zelfstandig in lieten vullen. Dezelfde enquête hebben de kinderen van groep 3 ingevuld op papier waarbij de vragen werden voorgelezen. De kinderen in de groepen 1 en 2 zijn klassikaal bevraagd door de leerkracht en antwoordden d.m.v. het opsteken van kaartjes.
Uit de enquête kwam naar voren dat het merendeel van de kinderen (rond de 50%) zeer tevreden is over de wijze waarop we de ondersteuning op ondersteuningsniveaus 1 en 2 vormgeven. Een kleine 40% van de kinderen is zeer tevreden over de wijze waarop ondersteuningsniveau 3 is vormgegeven.
36% tot 45% van de kinderen zegt tevreden te zijn over de manier waarop wij de ondersteuningsniveaus hebben ingericht.
Als we kijken naar niet zo tevreden dan geeft 25% van de kinderen aan niet zo tevreden te zijn over onze ondersteuning. Dit is als volgt opgebouwd: 2% van de kinderen is niet zo tevreden over niveau 1; 10% over niveau 2 en 13% over niveau 3.
Op basis van deze informatie hebben we de conclusie getrokken dat onze kinderen tevreden tot zeer tevreden zijn met onze basisondersteuning zoals die vormgegeven met voor hen bekende juffen en meesters in of vlak naast de groep. Kinderen waarderen het minder positief als er voor hen ‘onbekendere’ professionals worden ingeschakeld.
Aangezien het de eerste keer is dat wij deze uitvraag gedaan hebben, vinden wij dit een positief beeld. We kunnen er de komende tijd zorg voor hebben om, wanneer ondersteuning op niveau 3 zich aandient, nog beter uit te leggen waarom het op deze manier uitgevoerd wordt.
4.4 Externe organisaties
Jeugdgezondheidszorg
Kinderen maken in hun schooljaren een grote ontwikkeling door. Zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal is het kind in de groei. Alle kinderen die in Den Haag naar school gaan worden daarom op vaste momenten opgeroepen voor een onderzoek door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Den Haag. Zo kunnen in een vroeg stadium bedreigingen voor een gezonde ontwikkeling worden opgespoord en eventueel passende maatregelen genomen worden.
De jeugdartsen, -verpleegkundigen en medisch teamassistenten van JGZ geven voorlichting en advies aan kinderen en iedereen die bij het opgroeien betrokken is. Zij zijn experts op het gebied van gezondheid, gedrag en leefomgeving en worden vaak betrokken bij projecten op het gebied van bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning, gezond gewicht, verzuimbegeleiding en alcohol, roken en drugs. JGZ maakt gebruik van de adresgegevens uit de leerling administratie van de school. Zodra bekend wordt de school op de hoogte gesteld van de datum en tijdstip van het onderzoek. Ouders die bezwaar hebben kunnen dit melden bij de Intern Begeleiders van de school.
Bij niet verschijnen zonder bericht op een uitnodiging zal de JGZ telefonisch contact leggen met de ouders/verzorgers. Indien dit niet lukt zal op school worden geïnformeerd hoe het met het kind gaat. Voor onze school is de Jeugdgezondheidszorg te vinden in het Centrum Jeugd & Gezin in Centrum. In het CJG kunnen alle ouders en professionals altijd terecht met alle vragen over opvoeden en opgroeien over kinderen in alle leeftijden.
CJG Centrum: openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur. Verdere informatie over de activiteiten van het Centrum Jeugd & Gezin en de Jeugdgezondheidszorg zijn te vinden via www.cjgdenhaag.nl
Maatschappelijk werk
Onze school heeft deskundigheid op het gebied van maatschappelijk werk in de persoon van de School Maatschappelijk Werker. Sebastiaan Gregoire is iedere vrijdagochtend op school aanwezig. Ook onderhouden wij nauwe banden met het reguliere maatschappelijk werk via de Jeugdhulpverlening of het Opvoedsteunpunt. Uitgangspunt bij deze begeleiding is dat ouders het zelf moeten willen. Aanleiding tot de begeleiding kan een hulpvraag van de ouders of van de school zijn.
Naast de ondersteuning in de thuissituatie van het kind kunnen er, afhankelijk van de belangstelling, op school koffieochtenden en oudergespreksgroepen (bijv. cursus Opvoeden Zo) georganiseerd worden.
4.5 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs
Om op een zorgvuldige wijze de overstap te kunnen maken naar het Voortgezet Onderwijs hanteren wij de volgende stappen:
1. Drempeltoets in groep 8
Dit is een extra toets op 5 onderdelen om een indicatie te krijgen voor het uitstroomniveau van de leerling. Alle leerlingen maken deze toets.
2. Afname doorstroomtoets in groep 8
In april worden de leerlingen van groep 8 gedurende twee dagen getoetst met behulp van de IEP-toets. De score geeft een goede indicatie naar welke school voor Voortgezet Onderwijs de leerling kan gaan. Alle leerlingen doen ook mee met het zogeheten Drempelonderzoek.
3. Traject keuze school VO
In het voorjaar organiseren alle VO scholen informatiedagen en avonden. Ouders en leerlingen wordt dringend geadviseerd om hier zeker naar toe te gaan.
4. Oudergesprekken en uitstroom profiel
Vanaf groep 5 worden de ouders via een uitdraai van de IEP toetsresultaten al geïnformeerd over het mogelijke uitstroomprofiel aan het eind van groep 8. Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijk profiel nooit meer dan een indicatie kan zijn op basis van de dan geldende situatie.
5. Adviesgesprekken groep 8
In januari vinden de adviesgesprekken op school plaats. Tijdens dat gesprek krijgt u van de leerkracht te horen welke advies uw kind zal krijgen. In Den Haag is afgesproken, dat het advies van de basisschool doorslaggevend is voor het aannamebeleid van de scholen voor VO.
6. Heroverweging advies
Na de adviesgesprekken nemen wordt in april de IEP-toets afgenomen. Indien de score op de IEP-toets hoger is dan het advies, dan zal in overleg met de ouders worden heroverwogen of het advies moet worden bijgesteld. De school heeft hierin de bepalende stem.
Aanmeldprocedure voortgezet onderwijs schooljaar 2025-2026
Als ouder/verzorger heeft u het recht om uw kind op meer dan één school voor het voortgezet onderwijs aan te melden. In de BOVO regio Haaglanden (Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk) is het aanmelden op meerdere scholen mogelijk.
Ook in schooljaar 2025-2026 kunt u uw kind op meerdere scholen aanmelden. U ontvangt van ons in het najaar een folder van BOVO Haaglanden met alle informatie. U kunt hiervoor ook terecht op www.bovohaaglanden.nl/voor-ouders
4.6 Speciale activiteiten voor leerlingen
De school vraagt van ouders jaarlijks een vrijwillige ouderbijdrage. De ouderbijdrage voor het komende schooljaar is vastgesteld op €30,= per leerling. De Medezeggenschapsraad van de school heeft ingestemd met de hoogte en bestemming van het bedrag. Deze financiële bijdrage wordt ingezet voor de volgende extra voorzieningen en activiteiten:
- Kinderboekenweek
- Sinterklaasviering
- Kerstviering
- Paasviering
- Uitstapjes
- Etc.
Dit zijn activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en die dus niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden betaald. De toegankelijkheid van ons onderwijs wordt niet afhankelijk gesteld van deze bijdrage. Wij maken een onderscheid tussen een ‘ouderbijdrage’ en een ‘bijdrage voor een specifiek doel’, bijvoorbeeld een werkweek. Deze twee bijdragen zijn vrijwillig en vallen beide onder het begrip ouderbijdrage. Bij excursies kan, afhankelijk van de locatie, een vrijwillige bijdrage per leerling voor reiskosten worden gevraagd (maximaal € 3,00 per kind per keer).
Museumbezoek
De kinderen van groep 1 t/m 8 brengen in de loop van het schooljaar 1 of meerdere bezoeken aan verschillende musea. De te behandelen onderwerpen worden op school voorbereid en na het bezoek uitgewerkt.
Toneelvoorstellingen
Vanuit het Cultuurmenu worden regelmatig voorstellingen voor basisscholen georganiseerd. Dit kan zijn: toneel, muziek, pantomime, marionettenspel of dans. Wanneer de voorstellingen in het schoolgebouw plaatsvinden, zijn er geen kosten aan verbonden. Echter, wanneer de voorstellingen in een theater plaatsvinden zijn er soms wel kosten aan verbonden. Meestal kost dit zo’n € 3,00 per leerling. Deze prijs is ver beneden de kostprijs; het is een kleine vergoeding voor de zaalhuur en het vervoer.
De kinderboerderij
Alle groepen bezoeken regelmatig de kinderboerderij aan het Tenierplantsoen en het daarbij behorende leslokaal. Deze lessen zijn door het daar aanwezige levende materiaal (planten en dieren) zeer de moeite waard.
Schoolreizen
Jaarlijks maken de kinderen van 1 tot en met 7 een schoolreis. Ieder jaar wordt opnieuw de bestemming gekozen. Of de allerjongste leerlingen, diegenen die tussen maart en juni 4 jaar zijn geworden, meegaan met schoolreis wordt in onderling overleg tussen de leerkracht en de ouders besloten. Het schoolreisje hoort bij ons reguliere lesprogramma en is dus verplicht. Eens in de 4 jaar gaan de groepen 1 tot en met 8 op een speciale schoolreis, deze is doorgaans wat verder weg/meer spectaculair dan de schoolreis tijdens andere jaren.
Schoolkamp
In groep 8 gaan de kinderen op schoolkamp. Een waardevolle afsluiting van de basisschoolperiode. Zoals aangegeven in de schoolgids en bij de inschrijving wordt verwacht dat alle leerlingen meegaan. Het schoolkamp hoort bij ons reguliere lesprogramma en is dus verplicht! De kosten voor het schoolkamp liggen ieder jaar zo rond de 180 euro. Indien gewenst kunt u per maand hiervoor sparen. Heeft u problemen met de betaling voor het schoolkamp dan kunt u contact opnemen met onze brugfunctionaris of de directeur.
4.7 De zorg voor privacy van onze leerlingen
AVG staat voor Algemene Verordening Gegevensbescherming. Wat betekent dit voor de school en voor u? Om de privacy van uw kind, van u als ouders en ons als professionals te kunnen waarborgen hebben wij diverse protocollen vastgesteld.
- SCOH-privacyreglement
- Protocol social media
- Bij inschrijving krijgt u verschillende opties voorgelegd of u toestemming wilt geven voor plaatsing van foto’s en video’s van kinderen op de website en op social media.
- Protocol Melding Datalek is aangepast.
- Al deze protocollen zijn te vinden op onze website www.prinsehaghe.nl of op de website van stichting SCOH, www.scoh.nl
In het kader van de AVG heeft SCOH ook een overkoepelende Functionaris Gegevensbescherming aangesteld. De FG is belast met het houden van toezicht op de zorgvuldigheid waarmee de SCOH-scholen omgaan met de gegevens van hun leerlingen. De FG werkt volgens het vastgestelde reglement Functionaris Gegevensbescherming.
Mocht u als ouder vragen hebben over de AVG dan kunt u zich wenden tot de directie van de school. Indien nodig zal deze vervolgens contact opnemen met de FG van SCOH. Komt u zelf bijzondere zaken tegen, dan kunt u ook zelf direct contact opnemen met de Functionaris Gegevensbescherming van SCOH en wel via [email protected].
“"Wij stralen als team veiligheid, verbondenheid en plezier uit. Jij staat bij ons centraal, we zijn er voor jou."”